Auto

Met een automaat door de sneeuw: zo pak je het aan

Zo nu en dan verrast het weer ons ineens met een ouderwetse winterse wending. Geen miezerregen of windstoten waar we inmiddels wel aan gewend zijn, maar echte sneeuw. Van die dikke vlokken die stilletjes neerdalen en de straten wit kleuren. Mooi om naar te kijken, maar zodra je de auto in moet, kan het ineens een stuk minder romantisch aanvoelen.

Misschien heb je juist net een overstap gemaakt van een handgeschakelde auto naar een automaat. Lekker makkelijk, dacht je en dat is het meestal ook. Totdat de eerste sneeuwvlokken vallen en je je afvraagt: “Hoe doe ik dit eigenlijk met een automaat?” Geen zorgen. Met een beetje voorbereiding én wat extra aandacht kun je prima de weg op.

 

Automaat of handbak: wat maakt het verschil?

Even een klein stapje terug: wat is nou eigenlijk het verschil tussen een automaat en een handbak? Bij een handbak moet je zelf schakelen met behulp van de koppeling en de versnellingspook. Dat vraagt iets meer handelingen én wat gevoel. Een automaat doet dat allemaal voor je. Je hoeft alleen maar gas te geven en te remmen, en de auto regelt de rest. Klinkt makkelijk en dat is het meestal ook.

Wat veel mensen trouwens niet weten, is dat je in Nederland twee soorten rijbewijzen kunt halen. Met het ‘gewone’ rijbewijs mag je zowel in een handbak als een automaat rijden. Veel mensen leren hierin autorijden, meestal in een diesel met handbak. Daarna kun je overstappen op een automaat wanneer je wilt, ook al is dat pas jaren later.

Je kunt ook kiezen voor een rijbewijs speciaal voor automaten. Dat wordt vaak gedaan door mensen die moeite hebben met schakelen of het simpelweg prettiger vinden. Met zo’n rijbewijs mag je dan alleen automaat rijden, en dat is prima als je dat ook van plan bent.

 

Rijden in de sneeuw met een automaat: wat je moet weten

Rijden in de sneeuw voelt vaak spannender dan het hoeft te zijn. Zeker als je automaat rijdt en dus niet zelf kunt bepalen in welke versnelling je zit. Maar ook zonder handmatige controle kun je met beleid prima uit de voeten.

Wat vooral belangrijk is, is dat je alles wat rustiger aan doet dan je misschien gewend bent. Als je vanuit stilstand weg wilt rijden, geef dan niet ineens gas. Laat de rem geleidelijk los en bouw het gas geven langzaam op. Dat voorkomt dat je wielen gaan spinnen of dat je auto ineens een sprong naar voren maakt.

Remmen vraagt ook iets meer aandacht. Trap het pedaal niet abrupt in, maar bouw het rustig op. Op die manier schakelt de automaat geleidelijk terug en blijft je auto stabiel. In de sneeuw gaat het eigenlijk vooral om doseren, alles wat je doet, doe je met een beetje extra geduld.

 

Handige algemene tips voor sneeuwrijders

Of je nu automaat rijdt of handmatig schakelt, er zijn een paar dingen die altijd gelden als je de weg op gaat tijdens winterse omstandigheden. En eerlijk: veel van deze tips zijn gewoon gezond verstand, maar het is toch fijn om ze nog even op een rijtje te hebben.

 

1. Zorg voor goede winterbanden

Winterbanden zijn echt geen overbodige luxe. Ze zijn speciaal ontworpen om grip te houden op koude, natte en gladde wegen. Let er wel op dat je profiel diep genoeg is en dat de banden niet te hard of juist te zacht zijn opgepompt. Dat maakt serieus verschil.

 

2. Houd meer afstand

De standaardregel van twee seconden is bij sneeuw echt niet genoeg. Vier seconden is een betere maatstaf. Je wilt namelijk genoeg tijd hebben om te reageren als er iets onverwachts gebeurt. En geloof me, dat gebeurt nog best vaak als er sneeuw ligt.

 

3. Rustig aan met gas en rem

Probeer vloeiend te rijden. Dus geen harde tik op het gaspedaal of het rempedaal. Zeker bij een automaat kan een plotselinge actie ervoor zorgen dat je grip verliest. Houd het kalm en beheerst, dan kom je een heel eind.

 

4. Pas je snelheid aan

Rijden in een witte wereld ziet er mooi uit, maar het zicht en de grip zijn vaak beperkt. Rijd dus gewoon wat langzamer. Zelfs op de snelweg is 50 km/u soms het maximaal haalbare. En ja, dat voelt misschien raar, maar het is veiliger voor iedereen.

 

5. Verlichting aan: altijd

Je ziet het nog steeds gebeuren: mensen die hun verlichting pas aanzetten als het écht donker is. In de sneeuw is dat eigenlijk al te laat. Zorg ervoor dat je goed zichtbaar bent, ook overdag. En vergeet vooral je knipperlicht niet. Anderen kunnen geen gedachten lezen, zeker niet als alles wit is.

 

6. Let op bij rijstrook wisselen

Van rijstrook wisselen kan tricky zijn in de sneeuw. Vaak ligt er tussen de banen een opgehoopt randje sneeuw of ijs. Check je dode hoek extra goed en geef duidelijk aan wat je van plan bent. Het kost je maar een seconde extra, maar het kan een hoop schelen.

 

Wat als je gaat glijden?

En dan dat gevreesde moment: je auto begint te glijden. Paniek ligt op de loer, maar probeer rustig te blijven. Echt waar, dat helpt. Haal je voet van het gas én de rem, en stuur voorzichtig in de richting van de slip. Het voelt misschien tegennatuurlijk, maar dit is hoe je weer grip krijgt.

Je hoeft je automaat trouwens niet in ‘neutraal’ te zetten. Je focus moet nu echt bij het sturen liggen. In een handbak zou je misschien de koppeling intrappen om meer controle te krijgen, maar dat hoeft bij een automaat niet. Die vangt het zelf wel op, als jij kalm blijft.